Bijzondere ontmoetingen Malanca

Bijzondere ontmoeting met Malanca

Malanca heeft na het overlijden van haar vader veel twijfels gehad om hem nog te bezoeken. Ze besloot toch te gaan kijken. Dit moment werd een bijzondere ontmoeting die zij heeft vertaald naar een prachtig verhaal. Omdat dit verhaal zo bijzonder en inspirerend is, mag ik haar verhaal delen.

‘Bijna een jaar geleden ging mijn vader dood. Zomaar, ineens. Vlak voor het slapen gaan. Op dat moment lag ik ruim 200 km verderop op mijn Yogamat en kreeg het benauwd; ik had moeite met ademhalen. Later bleek dat zijn sterftijd te zijn. En dan? Wat moet je dan? De enige die dit wist, was een vrouw die ik daarvoor nooit eerder had gezien. Een vrouw die mij heeft geholpen te begrijpen wat nodig was. Geholpen heeft overeind te blijven staan. Geholpen heeft om dat te doen wat nodig was. Dat was Dees.

Dees, ik zal je nooit vergeten. Jij zorgde voor de ruimte die ik nodig had in een tijd waar alles leek stil te staan. Ruimte om deze afscheidsbrief te schrijven voor mijn vader.’

Papa

En toen ineens….. was je dood. Nu ben je dood. Want de dood kent geen verleden tijd. De dood komt…..en gaat niet meer weg. De dood blijft voor eeuwig en altijd.

Lang heb ik getwijfeld of ik naar je zou gaan kijken. Naar je lichaam zou gaan kijken. Voor zover ik lang kon twijfelen, want tijd was in deze mijn grootste vijand. Althans dat voelde zo. Want wat als ik niet snel genoeg een keuze zou maken? Niet snel genoeg zou kunnen beslissen of ik naar jou zou gaan kijken?

Ik sliep er een nachtje over; ik waakte er een nachtje over.
En tenslotte ben ik gegaan. Je lag daar in een kamer. Smaakvol ingericht. Ik trof je in een kist achter een half transparant gordijn. Niet in je rode stoel. Met al je spulletjes binnen handbereik. Je slippers. Die zwarte leren slippers, waar je sinds ik me kan herinneren al op liep. Je schoenen om auto mee te rijden. De kruimeldief. Je hield van netjes en van opgeruimd. Je bril, je puzzelboekjes, een prullenbak. De afstandsbediening van de TV.

Je zakdoek. Voor als Janny, je grote liefde, je ogen druppelde. Je ogen druppelde met liefde, met heel veel liefde. En dan depte jij, met die zakdoek, de restjes druppel af die als zoete tranen langs je gezicht naar beneden liepen.

Achter een half transparant gordijn keek ik naar je lichaam. Ik stond daar te kijken en te wachten tot ik je zou herkennen. Tot ik mijn papa zou zien. Er gebeurde niets. Het lukte me niet je te zien. Je te herkennen. In plaats van dat ik afscheid van je nam, ontstond daar, daar achter dat half transparante gordijn; daar ontstond een ontmoeting.

Je lichaam heb ik niet meer nodig om samen met je te zijn. Je bent nu heel dicht bij me. Lopen dat ging niet meer zo goed. Je lijf had jou al in de steek gelaten. Je was beperkt in waar je ging en in wat je deed. Maar nu niet meer. Dat lijf heb jij niet meer nodig. Dat lijf hebben wij niet meer nodig.

Dus papa, zullen we binnenkort eens samen gaan dansen. Gewoon omdat het weer kan. Samen dansen op muziek die we niet hoeven te horen. Muziek die ons meevoert naar daar waar we willen zijn. Papa, laten we dansen onder de sterren. Bij mij daar in Zeeland. Daar is de sterrenhemel zo mooi.

En laten we dan ook naar het strand gaan. Met onze blote pootjes in het zand. Dan voel ik wel voor jou hoe fijn dat is. Hoe fijn het is het warme zand tussen je tenen te voelen.

Als jij dan met mij….. en als ik dan met jou…. dan kunnen we samen.

En papa, kom je me dan ook helpen in mijn nieuwe huis? Er moet nog zoveel gebeuren. Vorige week belde je me nog. En vroeg je of ik wel voldoende hulp had voor deze enorme verbouwing. Je zou zo graag zelf komen helpen. Maar dat ging niet meer. Jouw lichaam kon dat niet meer.

Dus papa, als ik van de week daar weer klussen ga, kom je me dan helpen? Dat we dan samen de deuren passend maken. Want daar ben jij beter in dan ik. Dan doen we koffie op plastic stoeltjes en kunnen we samen genieten van het wit geschilderde plafond. Het is echt prachtig geworden. Je zou zo trots op me zijn. Trots op jouw kleine meid.

Toen ik voor het eerst op kamers ging. Kreeg ik van jou een gereedschapskist. Noodzaak vond je dat. Als klein meisje werd ik al door jou op je werkbank in de schuur getild. Dan keek ik naar hoe jij een fiets demonteerde, tot op de kleinste kogeltjes uit de lagers van het wiel. Hoe je die dan schoon maakte en opnieuw met lagervet insmeerde. Ik keek hoe jij een lekke fietsband plakte. Ik keek en ik leerde. Want vele jaren later, toen ik studeerde en woonde in een studentenhuis, was ik degene die voor al mijn huisgenoten de banden plakte en hun fietsen repareerde. Gewoon omdat ik het kon. En ook wanneer er een plank opgehangen moest worden of wanneer we last hadden van een lekkende kraan, pakte ik mijn gereedschapskist en deed wat ik van jou had geleerd. Het hoorde bij mijn opvoeding.

Papa, zullen we gaan spelen met de golven? De golven en de zee. Dat we dan net zo lang wachten tot het water bij ons komt en we moeten rennen om niet nat te worden. Dan laten we ons vallen in het zand. Wat zullen we dan lachen hé Pap. En dat we daarna warme chocomelk drinken. Met rum. En dan vragen we om extra veel slagroom.

Dan wil ik daarna best alleen naar huis. Als je me belooft dat je bij me blijft in gedachte en me vasthoudt wanneer het nodig is.

– Malanca

Bijzondere ontmoeting Malaca
Back to top