Ik zou je het liefste in een doosje willen doen
….en je bewaren, héél goed bewaren.
Misschien ken je deze eerste regel uit het prachtige liedje ‘Ik zou je het liefste in een doosje willen doen’, geschreven in 1959 door Annie M. G. Schmidt.
Enige tijd geleden stuitte ik op een mooie houten mini urn. Echt handwerk en met liefde gemaakt. Ik bestelde het urntje maar wist eigenlijk nog niet waarmee ik die zou vullen. Wekenlang lag het mooie doosje op mijn bureau. Soms dan haalde ik het gladde houten urntje uit zijn doosje en omsloot het met mijn handen. Besluiteloos legde ik het houten keitje dan zorgvuldig terug in zijn verpakking omdat ik niet wist wat ik erin zou stoppen.
Mijn held
In 1999 overleed mijn allerliefste opa. Ik groeide als kind op zonder vader, en mijn opa was altijd de belangrijkste en (toen nog) enige man in mijn leven. Hij was een man van grote principes en met echte oude normen en waarden. Hij is mijn held en ik adoreerde hem.
Avond aan avond zat ik als kleine kleuter met mijn held op de bank. Dat zijn mijn mooiste herinneringen. Dan gooide hij beide benen in zijn nek, keken we samen naar de hemel en dan leerde hij mij alle sterrenbeelden te herkennen. Had ik toen maar beter opgelet, dan had ik nu geweten welke sterrenbeelden er aan de hemel staan, als ik nu op een heldere avond de hemel in tuur.
Nog steeds mis ik hem maar het verdriet wordt steeds dragelijker. Toch zou ik er alles voor geven om voor heel eventjes weer bij hem te kunnen zijn.
Met zijn dood viel niet alleen hij weg, maar ook ongemerkt het hele fundament in onze familie. Want dat was hij. Ons fundament. Hij was het cement dat alle brokken bijeenhield. Met het wegvallen van dat cement brokkelde ook onze familie uiteen, helaas. Niets was meer hetzelfde.
Voor altijd samen
Die lieve, ondeugende man. Zijn foto staat nog steeds prominent op mijn bureau. Daarop gekleed in zijn zondagse pak, ondeugende blik en flirtend met diegene die dit dierbare kiekje heeft vastgelegd.
Ineens doemde dit liedje op en toen wist ik het. Ik wilde hém in een doosje doen en heel goed bewaren.
De as van opa heb ik niet, maar wél dat zondagse pak. Niemand die het draagt en het hangt in een donker hoekje van de zolder om in alle vergetelheid te raken. Zorgvuldig knipte ik een stukje stof uit dat inmiddels stoffige pak en heb het in mijn houten urn gestopt. Mijn doosje.
Mijn moeder bleek ook nog een kledingstuk van mijn oma te hebben bewaard. Ook daar knipte ik een stukje stof vanaf en deed het in hetzelfde doosje. Zo bracht ik opa en oma symbolisch weer samen. Daarmee heb ik niet alleen beiden, maar ook mijn herinneringen in een doosje gestopt.
En soms dan doe ik het dekseltje even open en laat ik de herinnering mijn hart verwarmen.
Ik zou je ’t liefste in een doosje willen doen
En je bewaren, heel goed bewaren
Dan laat ik jou verzekeren voor anderhalf miljoen
En telkens zou ik eventjes het deksel opendoen
En dan strijk ik je zo zachtjes langs je haren
Dan lig je in de watten en niemand kan erbij
Geen dief die je kan stelen, je bent helemaal van mij
Ik zou je ’t allerliefste in een doosje willen doen
En dan telkens even kijken
Heel voorzichtig even kijken
Dan telkens even kijken
En een zoen
uit: ‘Ik zou je het liefste in een doosje willen doen’ van Annie M.G. Schmidt